Emotieregulatie is het vermogen om emoties te herkennen, begrijpen en bij te sturen. Het is een belangrijke vaardigheid die bijdraagt aan emotioneel welzijn, gezonde relaties, zelfvertrouwen en goed functioneren thuis en op school. Voor kinderen en jongeren is het een leerproces dat zich ontwikkelt naarmate ze ouder worden. Wanneer deze vaardigheid onvoldoende tot ontwikkeling komt, spreken we van emotieregulatieproblemen. Het kind of de jongere herkent emoties dan niet goed, kan ze moeilijk benoemen of weet niet hoe ermee om te gaan. Dit kan leiden tot hevige uitbarstingen, terugtrekgedrag of juist het onderdrukken van gevoelens. Zulke problemen beïnvloeden het dagelijks functioneren op sociaal, emotioneel en cognitief vlak. De oorzaak ligt vaak in een combinatie van factoren, zoals temperament (gevoeligheid of impulsiviteit), omgevingsinvloeden (bijv. stress of pesten), leerervaringen thuis of op school, ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD of autisme, en onvervulde basisbehoeften zoals veiligheid of erkenning. Het goede nieuws: emotieregulatie is te leren. Vroege signalering en ondersteuning kunnen veel problemen voorkomen. Door kinderen te helpen bij het herkennen en benoemen van emoties en het oefenen van helpende strategieën, vergroten we hun veerkracht, zelfbeeld en psychisch welzijn.
Wat zijn kenmerken van emotieregulatieproblemen?
Emotieregulatieproblemen kunnen zich op verschillende manieren uiten en zijn niet altijd direct zichtbaar. Ze komen voor bij kinderen en jongeren van alle leeftijden en kunnen zich uiten in zowel internaliserende als externaliserende gedragingen. Mogelijke signalen zijn:
Gedragsmatig
- Snel boos worden, explosieve uitbarstingen
- Moeite met kalmeren na frustratie
- Vermijden van moeilijke situaties of emoties
- Terugtrekgedrag, zich afsluiten of terughoudend reageren
- Heftige reacties op ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen
Emotioneel
- Overweldigd raken door gevoelens van verdriet, angst of boosheid
- Problemen met het herkennen en benoemen van eigen emoties
- Lang blijven hangen in een negatieve stemming
- Moeite met het ervaren van plezier of positieve emoties
Fysiek
- Klachten zoals buikpijn, hoofdpijn of vermoeidheid zonder medische oorzaak
- Spanningsopbouw in het lichaam, moeite met ontspannen
Sociaal
- Moeilijkheden in contact met leeftijdsgenoten of volwassenen
- Conflictgevoelig gedrag of juist sociaal terugtrekken
- Onbegrip bij anderen over de reacties van het kind
Wat zijn de mogelijke gevolgen van emotieregulatieproblemen?
Wanneer emotieregulatieproblemen langdurig aanhouden en niet tijdig worden herkend of ondersteund, kunnen ze zich ontwikkelen tot bredere moeilijkheden in de algehele ontwikkeling van een kind of jongere. Deze problemen blijven vaak niet beperkt tot de emotionele beleving zelf, maar hebben invloed op verschillende levensgebieden. Zo neemt de kwetsbaarheid voor psychische klachten toe, waaronder angststoornissen, depressie of gedragsstoornissen. Kinderen kunnen een laag zelfbeeld ontwikkelen, met als gevolg dat faalangst ontstaat, zeker wanneer zij herhaaldelijk negatieve ervaringen opdoen of zich niet begrepen voelen in hun emoties. Op school kunnen emotieregulatieproblemen leiden tot concentratieproblemen, verminderde motivatie of conflicten met leerkrachten en klasgenoten. Ook in de thuissituatie kunnen spanningen ontstaan, doordat de communicatie tussen ouder en kind onder druk komt te staan, of doordat het kind zich sociaal terugtrekt of juist snel in conflict raakt. In contact met leeftijdsgenoten zien we vaak misverstanden, frustraties of sociale afwijzing. Naarmate kinderen ouder worden, bestaat bovendien een verhoogd risico op problematisch gedrag, zoals het vermijden van situaties, weglopen, zelfbeschadiging of – met name bij adolescenten – het gebruik van alcohol of andere middelen als manier om met emoties om te gaan.
Kortom: als er onvoldoende aandacht is voor de onderliggende moeilijkheden in emotieregulatie, kan dit leiden tot een vicieuze cirkel van problemen die het functioneren en welzijn van een kind op meerdere fronten onder druk zet. Vroegtijdige signalering en passende ondersteuning zijn dan ook van groot belang.
Wat is EuREKA?
Binnen de praktijk maken we gebruik van de EuREKA-training: een wetenschappelijk onderbouwde methode die jongeren helpt bij het ontwikkelen van vaardigheden voor emotieregulatie. De training is gericht op het versterken van het inzicht in emoties, het herkennen van triggers en het aanleren van helpende strategieën om met emoties om te gaan. De EuREKA-training is een transdiagnostisch groepsprogramma, wat betekent dat het niet alleen wordt ingezet bij één specifieke stoornis, maar breder toepasbaar is. Het richt zich op het versterken van emotieregulatievaardigheden die van invloed zijn op verschillende soorten klachten, zowel internaliserend (zoals angst of somberheid) als externaliserend (zoals boosheid of impulsiviteit). De in de training geleerde vaardigheden kunnen worden verdiept en gekoppeld aan de thuissituatie, zodat de jongere deze ook buiten de therapie actief kan toepassen. Emotieregulatie speelt een sleutelrol in het dagelijks functioneren van jongeren, zeker wanneer zij worden geconfronteerd met stressvolle gebeurtenissen zoals pesten, echtscheiding of prestatiedruk. Emotionele processen beïnvloeden de ontwikkeling van psychische klachten en vormen daarmee een belangrijk aangrijpingspunt voor therapie. De EuREKA-training ondersteunt jongeren in het ontwikkelen van veerkracht en emotionele balans, vaardigheden die hen helpen in verschillende contexten – thuis, op school en in sociale situaties.
Voor wie?
De EuREKA-training is geschikt voor adolescenten vanaf een mentale leeftijd van 10 jaar. In de praktijk is het programma getest bij jongeren van 10 tot 14 jaar, maar het kan – met enige aanpassingen in woordgebruik en tempo – ook effectief ingezet worden bij jongeren tot 17 jaar. Voor jongere kinderen (of kinderen met een lagere mentale leeftijd) kan de training eveneens passend zijn, mits er voldoende ruimte is voor herhaling en vereenvoudiging van de opdrachten. De training is zowel geschikt voor jongeren met internaliserende klachten (zoals angst of somberheid) als externaliserende problematiek (zoals boosheid of impulsiviteit), en wordt vaak geïntegreerd in een breder behandeltraject.
Tijdsinvestering
De EuREKA-training bestaat uit een serie vaste bijeenkomsten. De duur en frequentie worden afgestemd op de behoeften van de jongere of groep, maar doorgaans gaat het om 6 tot 8 sessies van ongeveer 60 minuten per keer. Indien nodig kan de training uitgebreid of verdiept worden binnen individuele sessies. Extra oefentijd kan belangrijk zijn voor jongeren die meer begeleiding nodig hebben bij het toepassen van de geleerde vaardigheden.
Opbouw
De training is gebaseerd op het werkboek ‘Emotieregulatie bij kinderen en adolescenten in de praktijk’, waarin stapsgewijs vaardigheden worden aangeleerd rondom het herkennen, benoemen en reguleren van emoties. De EuREKA-training is transdiagnostisch, wat betekent dat het niet gericht is op één specifieke stoornis, maar op het versterken van algemene emotieregulatievaardigheden. Hoewel EuREKA als groepsprogramma is ontworpen (met bij voorkeur 3 à 4 jongeren van vergelijkbare leeftijd), wordt de methode binnen de praktijk individueel gegeven. De aanpak blijft in beide gevallen praktisch, gestructureerd en inhoudelijk sterk.
Werkwijze
De training biedt structuur, ruimte voor zelfreflectie en praktische handvatten die jongeren helpen in het dagelijks leven. In een vervolgtraject kunnen de geleerde vaardigheden verder worden verdiept in individuele therapie, met aandacht voor de thuissituatie en toepassing in andere contexten zoals school.
Tijdens de sessies leren jongeren:
- Emoties herkennen en benoemen
- Inzicht krijgen in situaties die emoties oproepen
- Helpende gedachten en gedragingen inzetten
- Omgaan met moeilijke gevoelens zoals boosheid, verdriet of spanning
Wat is Cognitieve Gedragstherapie (CGT)?
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de meest gebruikte therapievorm van Nederland. Het is een praktische en effectieve behandeling waarmee je redelijk snel resultaat bereikt. Het uitgangspunt van CGT is dat je gedachten, gedrag en gevoelens met elkaar verbonden zijn. Tijdens de cognitieve gedragstherapie breng je bepaalde (negatieve) gedachten- en gedragspatronen in kaart. Je leert hoe het veranderen van deze gedragspatronen invloed heeft op je gevoelens. Niet-helpende gedachten – zoals angstige of negatieve gedachten – die je belemmeren, leer je ombuigen naar helpende gedachten. Zo ontstaat er een ander gevoel over een bepaalde situatie. Het is een actieve manier van behandelen; van de cliënt wordt een actieve bijdrage verwacht; in de therapiesessies werken we met vragenlijsten en oefeningen. Daarnaast geeft de behandelaar huiswerkopdrachten mee om zelf buiten de sessies aan de problemen te werken. Je brein is net een spier. Hoe meer je oefent, hoe sneller je resultaat ziet van de behandeling. Je zal merken dat je positiever denkt en dat je angstklachten verminderen. Als je hier niet mee oefent en steeds blijft vluchten voor bepaalde situaties, houd je het angstige gevoel in stand. Naar de effecten van cognitieve gedragstherapie is veel onderzoek gedaan. Heel vaak blijkt deze methode een zeer effectieve psychotherapie te zijn. Vaak is deze vorm van therapie effectiever gebleken dan medicijnen, vooral op de langere termijn.