Faalangst is de angst om niet te voldoen aan verwachtingen, die van anderen of van jezelf. Mensen met faalangst zijn bang om fouten te maken, te mislukken of om negatief beoordeeld te worden. Hoewel een beetje spanning normaal is en soms zelfs prestatiebevorderend werkt, kan faalangst zo sterk worden dat het blokkeert, prestaties belemmert en het zelfvertrouwen ondermijnt. Een bepaalde mate van stress kan zelfs helpend zijn: het zorgt voor focus en maakt dat we goed willen presteren. Maar wanneer deze angst te groot wordt, kan het belemmerend werken. Mensen kunnen zich terugtrekken, blokkeren of zichzelf voortdurend onderschatten. Binnen onze praktijk bieden we gerichte begeleiding bij het leren omgaan met faalangst en andere vormen van spanningsklachten. We werken samen met de cliënt (en indien gewenst de ouders) aan het herkennen, begrijpen en reguleren van emoties. Zo helpen we cliëntne stap voor stap om sterker en zelfverzekerder met uitdagingen om te gaan.
Welke soorten faalangst zijn er?
Faalangst kan zich op diverse manieren uiten, afhankelijk van de situatie waarin iemand spanning of druk ervaart. We onderscheiden drie hoofdvormen van faalangst: cognitieve, sociale en motorische faalangst.
Cognitieve faalangst
Bij cognitieve faalangst bent u bang dat u niet goed genoeg geleerd heeft of niet voldoende weet. Dit speelt vooral bij toetsen, examens of andere cognitieve prestaties. De spanning kan zo groot worden dat u “dichtklapt”, belangrijke informatie vergeet of niet goed meer kan nadenken. Dit leidt tot slechtere prestaties, terwijl u de stof vaak wél beheerst.
Sociale faalangst
Sociale faalangst treedt op tijdens interacties met anderen. U bent voortdurend bezig met wat anderen van u vinden, en u bent bang om afgewezen, uitgelachen of bekritiseerd te worden. Dit kan zich uiten in angst om iets te zeggen in de klas, niet durven presenteren of vermijden van sociale situaties. Het gevolg: verlegenheid, teruggetrokken gedrag of overcompenseren door stoer of luid gedrag.
Motorische faalangst
Bij motorische faalangst ontstaan spanningen bij het leveren van fysieke prestaties, zoals tijdens sport of gymnastiek. Hoewel u de vaardigheid fysiek in huis heeft, zorgen de zenuwen voor haperingen in de motoriek. Dit kan leiden tot onzekerheid of het vermijden van fysieke activiteiten, wat op termijn het zelfvertrouwen verder ondermijnt.
Wat zijn kenmerken van belemmerende faalangst?
Iedereen is weleens zenuwachtig voor een belangrijke toets, presentatie of sportwedstrijd. Dat is heel normaal. Maar wanneer de angst om te falen te groot wordt, kan dit u belemmeren op school, in sociale situaties of tijdens sportieve prestaties. In zulke gevallen spreken we van belemmerende faalangst.
- Moeite hebben om jezelf te uiten, heel verlegen zijn.
- Veel moeite hebben jezelf te presenteren voor een groep.
- Lat voor jezelf te hoog leggen.
- Bang zijn om fouten te maken, o.a. toetsen.
- Vluchtgedrag vertonen.
- Stoer gedragen’ uit onzekerheid.
- Onzeker zijn, een negatief zelfbeeld hebben.
- Lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, trillende handen, zweten of een rood hoofd krijgen.
Wat houdt de faalangstraining in?
Faalangsttraining is gebaseerd op principes uit de cognitieve gedragstherapie. Deze benadering gaat ervan uit dat gedachten, gevoelens en gedrag elkaar voortdurend beïnvloeden. Wanneer iemand negatieve overtuigingen over zichzelf heeft – zoals “Ik ben niet slim genoeg,” of “Als ik een fout maak, vinden ze me dom” – zorgt dit voor gevoelens van angst en spanning, die uiteindelijk ook het gedrag beïnvloeden, bijvoorbeeld door te vermijden of te blokkeren. Door inzicht te krijgen in deze gedachtepatronen en ze stap voor stap te vervangen door realistischere en positievere gedachten, ontstaat ruimte voor groei, zelfvertrouwen en nieuw gedrag.
Wat kunt u verwachten van de faalangsttraining
De faalangsttraining vindt individueel o plaats en wordt afgestemd op de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de persoonlijke hulpvraag van de cliënt. De training is ervaringsgericht, praktisch en oplossingsgericht.
Voor wie?
Faalangsttraining is geschikt voor mensen met faalangst die gemotiveerd zijn om hiermee aan de slag te gaan.
Tijdsinvestering
Het is de bedoeling dat de cliënt thuis gaat toepassen wat ze in de training leren.
Opbouw
De training bestaat uit een intakegesprek, gevolgd door 6-10 individuele sessies van 45 minuten.
Werkwijze
De bijeenkomsten volgen een gestructureerd protocol.
Indien noodzakelijk zal er tijdens het traject contact opgenomen worden met leerkrachten en andere betrokkenen.
Er wordt aandacht besteed aan:
- Aanleren van alternatieve reacties en copingstrategieën; Oefenen met helpend gedrag in spannende situaties, zoals toetsen maken, voor de klas staan of iets nieuws proberen.
- Achtergrondinformatie over faalangst; Uitleg over wat faalangst is, hoe het ontstaat en hoe het werkt in het lichaam en in het brein.
- Inzicht in persoonlijke triggers en klachten; Het herkennen van situaties waarin faalangst optreedt en hoe deze tot uiting komt, zowel mentaal als lichamelijk.
- Ontspanningstechnieken; Het aanleren van ademhalings- en ontspanningsoefeningen om spanning te reguleren en lichamelijke signalen tijdig te herkennen.
- Ontdekken van eigen kwaliteiten en sterke kanten; Werken aan een positiever zelfbeeld en bewustwording van persoonlijke talenten en successen.
- Bevorderen van controle en regie; Leren dat je invloed kunt uitoefenen op hoe je omgaat met spanning, gedachten en gedrag.
- Positief en helpend leren denken; Negatieve gedachten leren herkennen en vervangen door realistische, motiverende alternatieven.
Wat is Cognitieve Gedragstherapie (CGT)?
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de meest gebruikte therapievorm van Nederland. Het is een praktische en effectieve behandeling waarmee je redelijk snel resultaat bereikt. Het uitgangspunt van CGT is dat je gedachten, gedrag en gevoelens met elkaar verbonden zijn. Tijdens de cognitieve gedragstherapie breng je bepaalde (negatieve) gedachten- en gedragspatronen in kaart. Je leert hoe het veranderen van deze gedragspatronen invloed heeft op je gevoelens. Niet-helpende gedachten – zoals angstige of negatieve gedachten – die je belemmeren, leer je ombuigen naar helpende gedachten. Zo ontstaat er een ander gevoel over een bepaalde situatie. Het is een actieve manier van behandelen; van de cliënt wordt een actieve bijdrage verwacht; in de therapiesessies werken we met vragenlijsten en oefeningen. Daarnaast geeft de behandelaar huiswerkopdrachten mee om zelf buiten de sessies aan de problemen te werken. Je brein is net een spier. Hoe meer je oefent, hoe sneller je resultaat ziet van de behandeling. Je zal merken dat je positiever denkt en dat je angstklachten verminderen. Als je hier niet mee oefent en steeds blijft vluchten voor bepaalde situaties, houd je het angstige gevoel in stand. Naar de effecten van cognitieve gedragstherapie is veel onderzoek gedaan. Heel vaak blijkt deze methode een zeer effectieve psychotherapie te zijn. Vaak is deze vorm van therapie effectiever gebleken dan medicijnen, vooral op de langere termijn.